Subsidie voor project gericht op verbeteren leefstijl peuters

Kinderen_eten_in_kinderopvang compHoe kun je bevorderen dat peuters gezonder gaan eten en meer bewegen en hun ouders daarin meenemen? Dat is de centrale vraag in een onderzoeksproject van de Universiteit Maastricht, dat gehonoreerd is met een subsidie van 375.000 euro van het Fonds NutsOhra. Aan het onderzoek werken tien peuterspeelzalen in Sittard-Geleen mee.

De aanvraag werd ingediend door postdoc-onderzoeker Sanne Gerards en haar collega’s Jessica Gubbels en Stef Kremers.

“Al op peuterspeelzalen kun je vaststellen dat er sprake is van grote gezondheidsverschillen tussen twee- tot vierjarige kinderen uit gezinnen met een lage of hoge sociaaleconomische status. We willen nu een interventie ontwikkelen die peuterspeelzalen helpt om kinderen gezond te laten eten en meer te laten bewegen. Het idee is om de gezondheidsverschillen al zo vroeg mogelijk tegen te gaan”, zegt Sanne Gerards.

Het onderzoek richt zich nadrukkelijk ook op de ouders, met speciale aandacht voor de vaders.

“Want de ervaring leert dat het doorgaans overwegend moeders zijn die mee doen, terwijl vaders ook een belangrijke rol spelen.”

Ilona Kolk is de promovendus die op 1 februari start met het onderzoek. Zij werkt daarin nauw samen met combinatiefunctionarissen van Ecsplore, die de leefstijlinterventies uitvoeren met de stichting Spelenderwijs in Sittard-Geleen. Deze stichting is verantwoordelijk voor het peuterspeelzaalwerk in de stad.

“Spelenderwijs is al bewust bezig met de gezondheid van de peuters. Zo nemen de kinderen bijvoorbeeld elke dag fruit mee. Met de interventie willen we bevorderen dat kinderen nog meer soorten fruit en groenten gaan proeven en meer gaan bewegen. En daar willen we de ouders in meenemen”, zegt Sanne Gerards.

In de eerste maanden van het onderzoek wordt met behulp van vragenlijsten onderzocht waar medewerkers en ouders zelf behoefte aan hebben. Op basis van pilots zal vervolgens een interventie ontwikkeld worden. Na de zomer volgt een nulmeting, waarin de beweeg- en voedingsgewoonten van de peuters in kaart worden gebracht. Vervolgens start de interventie. Met een meting verderop in de tijd, wordt onderzocht wat de effecten van de interventie zijn.

Sanne Gerards: “De gemeente Sittard-Geleen is zelf al heel actief bezig om de achterstandsverschillen te verkleinen en beschouwt dit onderzoek als een welkome aanvulling.”