Refereerbijeenkomst van Rutgers, Fiom, Soa Aids NL en AWPG/GGD drukbezocht

Grote betrokkenheid in Zuid-Limburg bij het thema ongewenste (tiener-)zwangerschappen

“Ongelooflijk met hoeveel mensen jullie hier zijn. Ik zie een grote betrokkenheid bij het thema ongewenste zwangerschappen en tienerzwangerschappen. Jullie zijn al heel actief bezig met de vraag: hoe kunnen we het anders en beter doen en hoe bereiken we de doelgroep? Deze regio is koploper.” Ineke van der Vlugt, programmamanager Anticonceptie en Abortus bij Rutgers, was duidelijk enthousiast toen zij op 21 juni de refereerbijeenkomst afsloot. “Ik spreek jullie weer over twee jaar om te zien hoe het dan gaat”, beloofde zij.

Programmaleider Maria Jansen van de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid had al bij de start bijna tweeënhalf uur eerder verteld dat het een bijzondere editie was: de refereerbijeenkomst werd deze keer georganiseerd door Rutgers, Fiom, Soa Aids Nederland en de AWPG/GGD Zuid Limburg. Dat zijn partijen die zich allemaal op een of andere manier bezighouden met anticonceptie en ongewenste (tiener)zwangerschappen. Een actueel thema dat breed leeft, zo bleek uit de zeer hoge opkomst van praktijkprofessionals, beleidsmakers en onderzoekers. Reden om samen een refereerbijeenkomst te organiseren, is de landelijke aandacht voor preventie van tienerzwangerschappen en de uitrol van het project Nu Niet Zwanger in verschillende regio’s in ons land. Ook Heerlen en Maastricht doen mee. “In het coalitieakkoord is het stimuleren van de samenwerking op dit gebied een belangrijk thema. En dat is wat binnen het project Nu Niet Zwanger gebeurt: regionale preventieve netwerken vormen”, vertelde Maria Jansen. Zij gaf als eerste het woord aan Ineke van der Vlugt van Rutgers, het landelijk kenniscentrum op het gebied van seksualiteit.

Seks onder je 25ste
Aan de hand van vragen, nam die de zaal mee in de uitkomsten van het landelijke onderzoek naar anticonceptiegebruik, onbedoelde zwangerschappen en abortus: Seks onder je 25ste uit 2017. De uitkomsten zijn gebaseerd op vragenlijsten die door 8054 jongens en 12446 meisjes werden ingevuld. Enkele opvallende conclusies: vijf jaar geleden werden jongeren gemiddeld een jaar eerder seksueel actief. Bij de eerste keer seks gebruikt 70 procent van de jongens een condoom. En van de seksueel actieve meiden gebruikt de helft alleen de pil. De populariteit van de pil neemt bovendien af, terwijl die van het spiraaltje in deze groep juist toeneemt. Dat uit het onderzoek blijkt dat de huisarts in tweederde van de consulten meerdere mogelijkheden van anticonceptie bespreekt, juichen ze toe bij Rutgers. “Want als je uitgaat van anticonceptie op maat, is de kans dat jongeren die gebruiken groter”. Ineke van der Vlugt had ook minder goed nieuws. Zo gebruikt 40 procent van de jongens geen condooms bij losse contacten. En (jonge) vrouwen die een abortus hebben ondergaan, durven daar vaak niet over te praten uit schuld- en schaamtegevoelens. Dat behoeft aandacht, zei Ineke van der Vlugt, evenals de kritiek van jongeren op de (beperkte) seksuele voorlichting. Tot slot ging zij in op de 1500 tienermoeders jonger dan 20 jaar die Nederland in 2016 telde. Ook als die moeders veerkrachtig zijn en een stevig netwerk hebben, lopen ze risico’s, zoals schooluitval, werkloosheid en opvoedingsproblemen. Het aantal tienermoeders en ongewenste tienerzwangerschappen daalt wel, al geldt dat niet voor sommige groepen, zoals migranten.

Situatie Zuid-Limburg
Mieke Steenbakkers, unithoofd Centrum Seksuele Gezondheid Limburg van de GGD Zuid Limburg, ging aansluitend in op de situatie in deze regio. Limburg heeft twee van deze centra, die sinds 2008 landelijke subsidie ontvangen om een poli te draaien en jaarlijks ruim 4500 jongeren zien voor soa en Sense (seksualiteitsvragen). “Wat wij zien, is dat meiden veel vaker met vragen komen dan jongens. En dat anticonceptie en (onbedoelde) zwangerschappen belangrijke thema’s zijn. Ook verstrekt de GGD anticonceptie aan jongeren als het nog niet goed is geregeld.” Mieke Steenbakkers haalde een eerdere regionale editie van Seks onder je 25ste uit 2012 aan. In dat onderzoek kwam naar voren dat jongeren in Zuid-Limburg seksueel ongezonder zijn dan landelijk gemiddeld. Ze zijn ook eerder seksueel actief en laten vaker seksueel overschrijdend gedrag zien. De uitkomsten leidden tot nieuwe initiatieven gericht op het verbeteren van de seksuele gezondheid van jongeren in de regio, zoals: het Centrum Seksueel Geweld Limburg, de Sekswijzer (training van de GGD voor het onderwijs), de scholing Over de Grens (hoe grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan op scholen) en het schoolproject SoWhat! “We zitten al op heel veel scholen, maar er is echt meer mogelijk in het onderwijs. Alleen gastlessen zijn niet voldoende, scholen dienen structureel aandacht te besteden aan dit onderwerp. Bovendien moet het thema breder besproken worden en meer aansluiten bij wat jongeren bezighoudt”, concludeerde Mieke Steenbakkers. Aan de recente editie van Seks onder je 25ste deden in 2017 in Zuid-Limburg 1480 jongens en 2292 meisjes mee. Nog steeds beginnen die gemiddeld een jaar eerder met seks dan landelijk het geval is. De wijze waarop zij zichzelf daarbij beschermen is wel vergelijkbaar. Maar het aantal (ongeplande) zwangerschappen in deze leeftijdsgroep ligt hier hoger en het stigma op abortus is hier groter. Wat de tienermoeders in Limburg betreft: dat waren er in 2017 in totaal 159 waarvan er 107 in Zuid-Limburg wonen en vooral in Maastricht en Heerlen zijn de aantallen hoog. In september zijn alle Limburgse cijfers met betrekking tot de editie Seks onder je 25ste 2017 gereed.

 

 

Verhaal achter de cijfers
Rutgers deed ook onderzoek naar het verhaal achter de cijfers, vertelde Ineke van der Vlugt. Zo werden 46 kwetsbare meiden geïnterviewd die voor hun 20ste zwanger waren en 15 meiden die (ook) ervaring met abortus hadden. De onderzoekers lieten hen een levenslijn tekenen, om meer inzicht te krijgen in hun achtergrond. Zo werd duidelijk dat het vaak gaat om meiden met een onveilige of instabiele thuissituatie, waardoor hun eigenwaarde beschadigd is. Ze beginnen vaak al jong met seks en hebben een lage perceptie van de risico’s. Als jonge moeder ervaren zij veel praktische obstakels (huisvesting, opleiding, inkomen), maar voor een aantal van hen is de baby een keerpunt: ze gaan beter voor zichzelf zorgen. Voor andere meiden is de geboorte van de baby juist het begin van een moeilijke, sombere tijd. De meiden die een abortus hadden ondergaan, voelden zich vaak onvoorbereid op de ingreep en ontwikkelden achteraf emotionele en psychische problemen. Ook werden zij geconfronteerd met een negatief oordeel van de omgeving. “Hier is duidelijk meer begeleiding nodig”, concludeerde Ineke van der Vlugt. Eenzelfde onderzoek van Rutgers onder meiden met een lichte verstandelijke beperking, pakte heel anders uit. Deze meiden hebben vaak een (latente) kinderwens en een romantisch beeld van het ouderschap. Hun kennis van onveilige seks is doorgaans beperkt, omdat ze de voorlichting op dit gebied vaak niet goed begrijpen. Als ze horen dat ze zwanger zijn, volgt na de schrik meestal blijdschap. Abortus is voor deze meiden zelden een optie. En al worden ze in veel gevallen goed opgevangen, toch zou het beter zijn als zij beter voorgelicht worden over anticonceptie en een meer reële keuzemogelijkheid krijgen. Niet alleen voor hen, maar voor alle jongeren (en volwassenen) ontwikkelden Rutgers, Fiom en Soa Aids Nederland samen beter voorlichtingsmateriaal dat aansluit bij jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB).

Nu Niet Zwanger
Aansluitend gingen Daniëlle van Sambeek en Hans Schleiffert van GGD GHOR Nederland in op het project Nu Niet Zwanger. Zij zijn respectievelijk programmanager en kwartiermaker in dit project, dat nu landelijk wordt uitgerold. Het project richt zich op alle kwetsbare personen die vaak al bij de hulpverlening in beeld zijn. De vraag is of deze groep voldoende kennis heeft van anticonceptie en daar ook aan kan komen en deze kennis op de juiste manier toepast. Het filmpje van tienermoeder Brenda en haar vriend Bart illustreerde dat dit lang niet altijd het geval is. En zoals Bart en Brenda, zijn er velen, zei Daniëlle Sambeek. In het project Nu Niet Zwanger is een belangrijke rol weggelegd voor hulpverleners rondom de kwetsbare personen (mannen en vrouwen). In een pilot in Tilburg bleek dat als hulpverleners met hen in gesprek gaan over anticonceptie, duidelijk wordt dat de meesten (nog) geen kind willen. Deze gesprekken motiveerde 82% van hen bovendien om anticonceptie (beter) te gaan gebruiken. De kwartiermakers gaan nu met partijen in de regio’s aan de slag om het project op regionaal niveau vorm te geven. Hans Schleiffert doet dat in Heerlen en Maastricht samen met de GGD. “Als hulpverlener kun jij bespreekbaar maken of het slim is om zwanger te worden. Het is belangrijk dat hulpverleners die verantwoordelijkheid nemen, maar dat kost tijd.” Nu Niet Zwanger ondersteunt partijen om dit beter en structureler te gaan organiseren: de methode is bewezen effectief. “Wij doen mee, omdat we dagelijks zien dat het nodig is”, reageerde wethouder Bert Jongen van de gemeente Maastricht. “Het is zo belangrijk voor je leven om geen valse start te maken. Ik ben blij met deze belangstelling vandaag. Het gaat vast lukken. En als dat extra middelen vergt, moeten we dat oplossen.”

Beste practices
Dat in de regio al meerdere initiatieven op dit gebied zijn, bleek onder andere uit een film over een project voor jonge moeders in Heerlen. “Tussen alle statistieken door zien we in deze film hoe liefdevol moeders met hun kinderen omgaan”, reageerde wethouder Jordy Clemens van de gemeente Heerlen. Toch is het beter als zij bewuster kunnen kiezen voor het moment waarop ze zwanger willen worden en daarin ondersteund worden, zodat elk kind een goede start krijgt. Daarom sluit Nu Niet Zwanger ook heel goed aan bij het project Kansrijk van Start in Heerlen, zei Jordy Clemens. Chantalle Wagemans van de Verloskundige praktijk in Meerssen vertelde vervolgens hoe deze praktijk met (jonge) ouders het gesprek aangaat over anticonceptie. Bovendien kunnen vrouwen in de praktijk terecht voor het laten plaatsen van een spiraaltje. Zelf is Chantalle Wagemans inmiddels In Vivo trainer en traint zij andere verloskundigen hierin. Verloskundigen mogen dit volgens de aangepaste NHG-standaard nu ook doen. De vrouwen die uiteindelijk wel zwanger willen worden, kunnen in de Meerssense praktijk terecht voor een preconceptie consult gericht op gezond zwanger worden. Verder benadrukte Chantalle Wagemans dat het belangrijk is om met huisartsen en apothekers in de regio samen te werken. “Dat kan nog intensiever, denken wij.”

Discussie met de zaal
Hierop gaf Maria Jansen het woord aan Marleen van Rijnsbergen, gedeputeerde van de Provincie Limburg. “Maar ik sta hier ook als ambassadeur van de Beweging tegen kindermishandeling. Daarin proberen we dit onderwerp bespreekbaar te maken en een bijdrage te leveren aan een oplossing. Recent spraken wij nog over het feit dat het soms beter is om je kinderwens uit te stellen. Want het is ongelooflijk belangrijk dat kinderen gezond geboren worden in een liefdevolle omgeving.”

Aan het slot van de bijeenkomst volgde een discussie met de zaal, onder andere over de rol van het onderwijs in de seksuele vorming van jongeren. Die rol kan beter, leek de breed gedeelde mening. Verder wilden meerdere aanwezigen weten wanneer Nu Niet Zwanger echt start en wat dit inhoudt. “Officieel op 1 juli. De komende maanden gaan we met partijen in de regio de lokale invulling regelen. We willen graag beginnen met het aanwijzen van aandachts-medewerkers binnen de organisaties die het thema onder de aandacht kunnen brengen”, vertelde Hans Schleiffert. Gelet op de reacties uit de zaal, lijkt het project kansrijk. Er zijn al vele projecten en initiatieven op dit gebied, zo bleek uit de verhalen. “We gaan proberen om daar een verbinding mee te maken”, zei Hans Schleiffert. Waarop Maria Jansen afsloot met de oproep om de avond te beschouwen “als vliegwiel om samen aan de slag te gaan en preventie van (tiener)zwangerschappen een nieuwe impuls te geven in de regio”.

Hier vindt u alle presentaties.