Onderzoek op basis van JGZ-data dient drie doelen

De data van de JGZ werden vroeger uitsluitend gebruikt voor de individuele ontwikkeling van het kind. Maar naast dit gebruik voor individuele zorg, zijn nu drie doelen geformuleerd voor onderzoek op basis van data: inzicht in cijfers, beleidsinformatie en kennisontwikkeling.

“Nu willen we meer onderzoek met de data doen om gezondheidsproblemen in de regio te kunnen verklaren en mogelijk op te lossen of te voorkomen”, zegt projectleider Suhreta Mujakovic van de Werkgroep Data JGZ.

 

In beschrijvende zin worden de data van de JGZ al langer gebruikt; zo krijgen de gemeenten jaarlijks jeugdprofielen (en vierjaarlijks jeugdmonitors). Deze bieden inzicht in hoe het me de jeugd in de eigen gemeente gaat en vormen een basis voor het te ontwikkelen beleid, bijvoorbeeld beleid om overgewicht tegen te gaan.

De werkgroep werkt nu aan het beter toegankelijk maken van data voor verklarend onderzoek en daarmee kennisontwikkeling. Zo bevat het JGZ kind dossier ruim 200 indicatoren om de ontwikkeling van het kind te kunnen volgen. Het afgelopen jaar zijn in overleg met de gemeenten en JGZ-professionals de veertig belangrijkste indicatoren benoemd. Deze werden en worden nu één voor één scherp gedefinieerd, zodat het voor JGZ-artsen en verpleegkundigen eenvoudiger wordt om gegevens zo uniform mogelijk te kunnen registeren. Dat systematisch bijhouden is weer belangrijk om de data voor onderzoek te kunnen gebruiken en voorspellende uitspraken te doen. Bijvoorbeeld: een lage sociaal-emotionele ontwikkeling heeft gevolgen voor de latere ontwikkeling van het kind. Door hier vervolgens vroegtijdig op in te spelen, kunnen problemen later mogelijk voorkomen worden.

Inmiddels zijn dertig indicatoren gedefinieerd en zijn op basis hiervan in het voorjaar van 2021 de jeugdprofielen aangeleverd. Het gaat dan bijvoorbeeld over hoeveel 0-18 jarigen in beeld en in zorg zijn, wat de vaccinatiegraad is en het aantal indicaties voor vroeg- en voorschoolse educatie. Het definiëren van de indicatoren gaat stapsgewijs en begint met gesprekken met professionals: wat en hoe en wanneer houden zij informatie in het JGZ-dossier bij? Met collega’s van Data warehouse wordt vervolgens onder andere onderzocht hoe hier data uitgehaald kunnen worden en tot slot worden deze data geverifieerd op technisch en inhoudelijk niveau. Dit definiëren maakt duidelijk dat de informatie nu nog onvoldoende goed (ongeveer 60 procent) wordt bijgehouden.

“Een volgende stap is een verbeterslag aanbrengen in het registreren van gewenste indicatoren, het liefst volledig, dus 100 procent. Maar het blijft mensenwerk en mensen moeten ruimte hebben om fouten te maken”, zegt Suhreta Mujakovic.

 

Zij verwacht dat pas in 2022 alle veertig indicatoren klaar zijn, omdat de laatste tien lastiger in kaart te brengen zijn.

De volgende stap is het trainen van JGZ-professionals in het uniform registreren van data. Tot slot zal de werkgroep samen met onderzoekers relevante vragen inventariseren en prioriteren die met de veertig indicatoren in de database beantwoord kunnen worden.

Voor meer info klik hier