Geneviève van Liere deed in Zuid-Afrika onderzoek naar HIV

“Een fantastisch mooie en intense ervaring”,

zo beschrijft Geneviève van Liere haar reis naar Zuid-Afrika. Daar deed ze drie maanden onderzoek naar de behandeling van kinderen met HIV.

“De ervaring die ik heb opgedaan, neem ik mee in mijn werk als onderzoeker.”

Geneviève van Liere werkt op de afdeling Seksuele Gezondheid, Infectieziekten en Milieu (SIM) van de GGD Zuid Limburg.

Van december 2018 tot en met februari 2019 was ze te gast bij het Anova instituut in Johannesburg en de universiteit van Pretoria. Anova heeft meerdere klinieken in Zuid-Afrika waar onder andere kinderen met HIV behandeld worden.

“In Johannesburg ligt de backoffice van Anova. Hier werkt professor Remco Peters, die ook aan de Universiteit Maastricht verbonden is. Er lag dus al een lijntje met Zuid-Afrika en we hadden een goed onderzoeksidee. Toen ik een beurs ontving van het Ter Meulenfonds, dat zich op kindergeneeskunde richt, kon ik naar Anova gaan om het onderzoek uit te voeren.”

Anova probeert tegemoet te komen aan de doelstellingen van de internationale 90-90-90 overeenkomst voor de bestrijding van HIV. Wereldwijd plaatsten landen hier hun handtekening onder. Het streven is om ten minste 90 procent van de mensen met HIV te kunnen diagnosticeren. Daarvan moet dan weer minstens 90 procent HIV-remmers krijgen. En in ten minste 90 procent van de gevallen moet die medicatie het virus ook daadwerkelijk onderdrukken. Bij Anova lag de nadruk lange tijd op het eerste onderdeel van het programma: zo veel mogelijk kinderen met HIV in beeld krijgen en gaan behandelen. Inmiddels ligt de focus meer op de kwaliteit van zorg, vertelt Geneviève van Liere.

“De vraag is: als kinderen eenmaal in behandeling zijn, slaat die dan ook aan?”

In haar onderzoek liet ze zien dat dit lang niet altijd het geval is. Daar zijn verschillende redenen voor; een van de risicofactoren is uitval van deelnemers. Uiteindelijk komt een derde van de kinderen niet meer. Mogelijk spelen bijwerkingen van de HIV-remmers hier een rol in, maar ouders rapporteren die tot op heden niet altijd. Het advies van de onderzoekster is dan ook om verpleegkundigen in te zetten die de ouders en kinderen kunnen benaderen die niet meer op komen dagen. En die ouders beter voorlichten over het belang van HIV-remmers en hen stimuleren om eventuele bijwerkingen wel te rapporteren.

“Want dan kan de medicatie eventueel worden aangepast. Overigens besef ik heel goed dat dit een ingewikkeld verhaal is. Er zijn veel zieke kinderen, er is te weinig mankracht en de politieke situatie is ook heel anders. Dit soort adviezen zijn zodoende moeilijk uitvoerbaar. Wat ik in ieder geval wel al heb kunnen verbeteren, zijn de data die worden gebruikt voor onderzoek.”

Geneviève van Liere werkt momenteel aan een wetenschappelijk artikel over het onderzoek.

“Wat dit voor mijn werk bij de GGD betekent? Dat ik mij realiseer hoe goed de zorg hier is. En ik heb heel veel geleerd; die ervaring neem ik mee in mijn dagelijks werk. De GGD heeft mij het onderzoek ook deels in werktijd laten doen; het wordt beschouwd als opleidingstijd. Ik ben echt blij dat ik die kans gekregen heb.”