Aandacht voor gezondheid op alle denkbare beleidsterreinen vereist

 

Beleidsmakers moeten veel meer dan nu gebeurt het belang van de volksgezondheid meenemen in nieuw te ontwikkelen beleid, op alle denkbare beleidsterreinen. Dus ook als het bijvoorbeeld gaat om onderwijs, infrastructuur of intensieve veehouderij. Dat was de slotconclusie van de bijeenkomst Recht op Gezondheid op 15 februari in Stadstheater De Boemel in Tilburg.

De bijeenkomst vormde een onderdeel van een reeks bijeenkomsten onder het motto ‘Spoor naar de toekomst’. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld om de nieuwe gemeenteraad na de verkiezingen te inspireren en prioriteiten mee te geven. Aan de hand van steeds een ander thema, gaan sprekers in deze bijeenkomsten in op de toekomst van de stad. Deze keer stond het thema Recht op gezondheid op het programma.

Maria Jansen voerde tijdens de bijeenkomst het woord als hoogleraar populatiegericht gezondheidsbeleid aan de Universiteit Maastricht. Zij ging in op de gezondheid van inwoners van ons land en de gezondheidsverschillen per wijk, stad en gebied. Thérèse Claassen, directeur van de GGD Hart voor Brabant, richtte zich op de vraag hoe de inwoners van Tilburg gezonder kunnen worden en blijven. En Madelon Johannesma, programmamanager innovatie bij CZ, ging in op welke taken de zorgverzekeraar in dat opzicht heeft.

Maria Jansen: “De conclusie van de avond luidde dat gemeenten tot andere keuzen zouden komen als ze het welbevinden en de gezondheid van burgers voorop zouden stellen. En dan gaat het dus bij het maken van keuzes op alle denkbare beleidsterreinen. Ook werd meerdere keren benadrukt dat je door te investeren in de jeugd de meeste gezondheidswinst kunt boeken. Die extra aandacht voor de jeugd is nu, na twee jaar coronacrisis, extra belangrijk. Want deze crisis heeft vooral de kwetsbare jeugd en jongvolwassenen geen goed gedaan. Die boodschap hebben we de gemeenteraadsleden in de zaal meegegeven.”